

Nederlandse probleemspelers worden zelden benaderd door aanbieders, zo blijkt uit een nieuw doelgroep onderzoek van de Kansspelautoriteit (KSA), de toezichthouder onderzocht een kleine groep van 139 mensen in zorg die geregistreerd staan bij AGOG, een Nederlandse ngo die gespecialiseerde behandeling biedt aan probleemspelers.
Deze groep vertegenwoordigde 70% van de deelnemers aan de zelfhulpgroepen van AGOG die in het najaar van 2024 plaatsvonden, de resultaten van deze geïsoleerde groep lieten zien dat de interventie van de aanbieder bij de meeste ondervraagde spelers ineffectief was, ondanks dat ze tekenen van risicogedrag vertoonden.
In totaal heeft 83% van de deelnemers aan de enquête nooit een ban gekregen, terwijl 68% aangaf nooit een zinvol gesprek over probleem kansspel te hebben gevoerd met de aanbieder en degenen die aangaven dat ze te maken hebben gehad met interventies van aanbieder, gaven aan dat dit meestal niet leidt tot gedragsverandering, wat de vraag oproept of de huidige maatregelen wel effectief zijn.
Uit een onderzoek naar de demografie van de bij de AGOG geregistreerde probleem spelers bleek dat 81% vóór hun 24e was begonnen met kansspel, terwijl 46% toegaf vóór hun 18e te zijn begonnen, hoewel speelhallen en fysieke casino’s in de antwoorden aanwezig waren, blijft online spelen de dominante kansspelsector.
Dit weerspiegelt het feit dat een groot deel van de respondenten zowel op legale als illegale platforms heeft gegokt, een bijdragende factor voor de migratie naar de zwarte markt is dat spelers die al op de nationale zelfuitsluitingslijst van Cruks staan, nog steeds bereid zijn te spelen, maar geen toegang meer hebben tot legale websites.
Iedereen is anders hoewel de meerderheid van de respondenten aangaf persoonlijke problemen te hebben als gevolg van hun problematische gedrag, varieerden de omvang en aard van de ervaren problemen over de hele linie.
Wat betreft financiële verliezen, meldde de KSA bijvoorbeeld dat de helft van de ondervraagden meer dan € 50.000 verloor, terwijl een kwart afscheid moest nemen van minder dan € 1.000 en dit laat zien dat niet iedereen met een kansspelprobleem grote verliezen lijdt, maar hoe langer iemand speelt, hoe groter het verlies vaak is, aldus de toezichthouder.
Het goede nieuws, als er al goed nieuws is, is dat bijna alle ondervraagden hun eigen probleemgedrag herkennen, zoals de drang om verliezen terug te winnen, de behoefte om dagelijks te spelen en de toename van de inzet.
Meer dan de helft van degenen die zich de afgelopen twee jaar bij AGOG hebben aangesloten, is inmiddels helemaal gestopt met spelen en de toezichthouder voegde er echter aan toe dat de verleiding om weer te gaan spelen groot blijft, onder andere gedreven door reclame en algemeen gedrag binnen hun sociale kringen.
En hoewel de kleine doelgroep van het onderzoek verre van representatief is voor het probleem kansspel in Nederland, stelt de KSA dat zij de bevindingen wil gebruiken om het toezicht op de markt verder te versterken en zo de bescherming van spelers te vergroten.